- Shell heeft het hoger beroep tegen Milieudefensie gewonnen.
- Volgens het gerechtshof kan Shell niet worden verplicht tot concrete percentages waarmee het de CO2-uitstoot moet verminderen.
- Milieudefensie en andere organisaties hadden opnieuw geëist dat Shell de CO2-uitstoot die het veroorzaakt in 2030 met zeker 45 procent zou moeten verminderen.
- Lees ook: Minder dan 1 op 5 aandeelhouders van Shell steunt klimaatresolutie voor snelle verlaging CO2-uitstoot
Het gerechtshof in Den Haag heeft de vorderingen van Milieudefensie tegen Shell afgewezen.
Volgens het hof rust op het bedrijf weliswaar een “zorgvuldigheidsplicht” om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan, maar Shell kan niet worden verplicht tot concrete percentages waarmee het de CO2-uitstoot moet verminderen.
De uitspraak van de rechtbank in eerste aanleg is daarmee vernietigd.
De rechters leggen in hun uitspraak uit dat allerlei rapporten die tijdens de rechtszaak zijn behandeld “onvoldoende houvast” bieden om Shell een concreet percentage op te leggen.
Ook staat voor het hof niet vast dat een reductieverplichting voor Shell wereldwijd een positief effect zou hebben op het tegengaan van klimaatverandering. Als Shell bijvoorbeeld minder olie en gas zou gaan doorverkopen wat door andere bedrijven uit de grond is gehaald, dan zouden andere bedrijven in dat gat kunnen springen.
'Algemene reductienorm niet toepasbaar op Shell'
Milieudefensie en andere organisaties hadden in hoger beroep opnieuw geëist dat Shell de CO2-uitstoot die het direct en indirect veroorzaakt in 2030 met zeker 45 procent zou moeten verminderen.
Dat percentage hadden de eisers gebaseerd op wetenschappelijke rapportages over de wereldwijde uitstootvermindering die nodig is om nog een redelijke kans te maken op het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5 graad.
Zo'n algemene norm is echter "niet fijnmazig genoeg om rechtstreeks op Shell te kunnen toepassen", oordeelt het gerechtshof. Per land en per sector kunnen volgens de raadsheren verschillende reductiepercentages nodig zijn.
In de inleiding van de uitspraak wees het hof op de gevaren van klimaatverandering en de verantwoordelijkheid van landen om de uitstoot van broeikasgassen die de opwarming veroorzaakt te verminderen.
Dat is een mensenrechtenkwestie waar bedrijven als Shell ook verantwoordelijkheid voor dragen, klonk het. "Op Shell rust een zorgvuldigheidsplicht om CO2-emissies te beperken en zodoende gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan" oordeelt het hof. Maar de manier waarop dat precies gebeurt, kan dus niet bij de rechter worden afgedwongen.
Een ander punt van het olie- en gasbedrijf waar het gerechtshof in meegaat, is dat de koolstofintensiteit van verschillende fossiele brandstoffen varieert. Zo zijn steenkolen vervuilender dan aardgas. Als Shell gas zou gaan leveren aan een bedrijf dat voorheen kolen gebruikte, dan leidt dat volgens het hof dus tot een daling van de totale CO2-uitstoot, terwijl de uitstoot die indirect aan Shell toe te schrijven is dan stijgt.
Shell blij met uitspraak, Milieudefensie strijdlustig
"We zijn tevreden met de uitspraak van het hof. Die is volgens ons de juiste voor de energietransitie wereldwijd, voor Nederland en voor ons bedrijf", reageerde topman Wael Sawan. Hij herhaalde dat Shell ernaar blijft streven in 2050 per saldo geen broeikasgassen meer uit te stoten.
Het hof stelt dat een verplichting voor Shell als individueel bedrijf om de eigen uitstoot te verminderen niet per se betekent dat de wereldwijde uitstoot vermindert. Dat komt voor een groot deel overeen met een belangrijk argument van Shell in zijn verweer tegen de eisen van Milieudefensie, die de klimaatzaak had aangespannen.
"Zoals Shell eerder heeft aangegeven, zal een rechterlijke uitspraak de totale vraag van klanten naar producten zoals benzine en diesel voor auto's, of naar gas om huizen en bedrijven te verwarmen en van stroom te voorzien, niet verminderen. Zo'n uitspraak zal weinig doen om de uitstoot te reduceren, omdat klanten simpelweg naar een andere leverancier zullen overstappen", schrijft het bedrijf.
De uitspraak van de rechter doet pijn, zegt Milieudefensie-directeur Donald Pols.
Pols stelt dat deze rechtszaak liet zien dat "grote vervuilers niet onschendbaar zijn". Hij vindt dat Milieudefensie op die manier het debat heeft aangezwengeld over de verantwoordelijkheid van bedrijven. "Daarom gaan we door met het aanpakken van grote vervuilers, zoals Shell."
Milieudefensie is wel blij dat het hof bevestigde dat Shell verantwoordelijk is voor het verminderen van zijn CO2-uitstoot om klimaatverandering te beperken. De rechter stelt dat er een "zorgvuldigheidsplicht" rust op Shell. Zo bevatte de uitspraak volgens Milieudefensie toch nog "enkele lichtpunten".